Meneer pastoor klimt regelmatig in zijn klokkentoren om de buurt in het oog te houden met een verrekijker. Op een dag is hij zo de bevoorrechte getuige van een occult ritueel waarbij veel bloed vloeit. De pastoor doet hiervan meteen aangifte op het politiekantoor maar niemand gelooft hem. Het klinkt allemaal nogal verward en hij deed de laatste tijd al een beetje vreemd sinds hij eens van de trappen naar beneden gedonderd is. Terwijl meneer pastoor opgesloten wordt in een psychiatrisch instituut, gaan de rituele offers gewoon door. Hoe komt daar een eind aan?