De Europese middeleeuwen staan vandaag niet meteen bekend om hun positieve houding ten opzichte van erotische relaties tussen mannen. Werd sodomie in het christendom niet officieel beschouwd als een zonde van het vlees? In de dagelijkse sociale en culturele praktijk bestond echter wel wat speelruimte voor de herenliefde. Daarvan getuigen ook de gedichten in deze bundel, geschreven door studenten, schoolmeesters, monniken en bisschoppen van de negende tot en met de dertiende eeuw. Zij creëren voor ons een wereld van vertwijfelde minnaars en bloedmooie maar hooghartige jongens, van geilheid, droefheid en jaloezie. Intussen voeren ze ons van de goddelijke Olympus langs de onderwereld van Parijs om uiteindelijk te belanden op het kerkhof. De oorspronkelijke Latijnse teksten worden hier zij aan zij gepresenteerd met frisse en toegankelijke Nederlandse versvertalingen. De bundel bevat ook een nawoord en eindnoten.